-
1 nose
n. neus; bek; snuit--------v. zich (voorzichtig) een weg banen (v. schip, auto); zich banen/voortbewegennose1[ nooz] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:cut off one's nose to spite one's face • (in een woedebui) zijn eigen glazen/ruiten ingooienfollow one's nose • rechtuit gaan, zijn instinct volgenhave a nose for something • ergens een fijne neus voor hebbenhave/hold/keep one's nose to the grindstone • zwoegen, voortdurend hard werkenkeep one's nose out of someone's affairs • zich met zijn eigen zaken bemoeienlook down one's nose at someone • de neus voor iemand ophalen, neerkijken op iemandpoke/stick one's nose into someone's affairs • zijn neus in andermans zaken steken〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 put someone's nose out of joint • iemand voor het hoofd stoten; iemand jaloers maken〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 rub someone's nose in it/the dirt • iemand iets onder de neus wrijventurn up one's nose at something/someone • zijn neus ophalen voor iets/iemand(win) by a nose • een neuslengte vóór zijn————————nose2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 met de neus/snoet openduwen♦voorbeelden:¶ nose into something • zijn neus steken in iets, zich bemoeien met andermans zaken -
2 spy
n. spion; dubbelagent; stinker--------v. spioneren; bespioneren; bespeurenspy1[ spaj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: spies〉♦voorbeelden:————————spy2〈 spied〉1 spioneren ⇒ spieden, loeren; een spion zijn♦voorbeelden:1 spy (up)on • bespioneren, bespiedenspy at • kijken/gluren/loeren naarII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ I spy (with my little eye) • ik zie, ik zie, wat jij niet ziet -
3 nose into something
nose into somethingzijn neus steken in iets, zich bemoeien met andermans zaken -
4 spy into
spy into -
5 oar
n. roeispaan--------v. peddelen, roeien[ o:]♦voorbeelden:¶ put/shove/stick one's oar in • zich ermee bemoeien, zijn neus erin steken -
6 poke/stick one's nose into someone's affairs
poke/stick one's nose into someone's affairsEnglish-Dutch dictionary > poke/stick one's nose into someone's affairs
-
7 put/shove/stick one's oar in
put/shove/stick one's oar inzich ermee bemoeien, zijn neus erin steken -
8 intermeddle
v. zich met andermans zaken bemoeien, zijn neus in andermans zaken steken -
9 poke one's nose into
ergens zijn neus in steken -
10 stuff
n. materiaal, dingen, voorwerpen (onbepaald), weefsel, onzin--------v. (op)vullen, volproppenstuff1[ stuf] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 materiaal ⇒ (grond)stof, elementen2 kern ⇒ (het) wezen(lijke), essentie3 spul ⇒ goed(je), waar♦voorbeelden:1 we must first know what stuff she's made off • we moeten eerst weten uit welk hout zij gesneden isshe has the stuff of an actrice in her • er zit een actrice in haarbe of the stuff that • van het soort/slag zijn datsweet stuff • zoetigheiddo you call this stuff coffee? • noem jij dit goedje koffie?4 throw that stuff away! • gooi die rommel/vuiligheid weg!¶ stuff and nonsense! • kletskoek, kklare onzin!know one's stuff • zijn vak verstaan〈 informeel〉 that's the stuff! • (dat is) je ware!, zo mag ik 't horen————————stuff2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)vullen ⇒ volproppen/stoppen2 (dicht/vol)stoppen ⇒ toeproppen3 proppen ⇒ stoppen, steken, duwen4 opzetten♦voorbeelden:stuff someone • iemand volproppenstuff full • volproppenmy mind is stuffed with facts • mijn hersenpan zit vol (met) feitenstuff (up) a hole • een gat stoppenstuffed nose • verstopte neusmy nose is completely stuffed up • mijn neus is helemaal verstopt3 stuff something in(to) • iets proppen/stoppen/duwen/steken instuffed turkey • gefarceerde kalkoen -
11 pry
v. gluren, er de neus in steken; nieuwsgierig zijn1 gluren♦voorbeelden:♦voorbeelden:pry information out of someone • inlichtingen uit iemand loskrijgen/wurmen -
12 mess
n. rommel, wanorde, rotzooi, vuil; probleem; pech; eetzaal; maaltijd--------v. rommelen; rotzooi maken; bevuilen; verward raken (in); samen etenmess11 puinhoop ⇒ troep, (war)boel, knoeiboel♦voorbeelden:clear up the mess • de rotzooi opruimenmake a mess of • in de war schoppenthe house was in a pretty mess • het huis was een puinhoop————————mess2♦voorbeelden:→ mess with mess with/
См. также в других словарях:
Nase — 1. Aeingden der Nuos no durch däk uch dän. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 1111. 2. An seiner Nase findet jeder Fleisch. Er ziehe sich also daran, und bekümmere sich nicht um die Nasen (Angelegenheiten) anderer. 3. Auch zwischen Nas und Lippe… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Loch — 1. A Loch macht a Gannev (Dieb). (Jüd. deutsch. Warschau.) Sinn: Gelegenheit macht Diebe. 2. Altes Loch und neue Naht selten gerath. – Reinsberg I, 117. 3. Auch aus einem kleinen Loche sieht man den Himmel. – Rabener, Satiren, IV; Winckler, II,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Rose — 1. Auch die zertretene Rose duftet. 2. Auch Rosen werden welk. 3. Aus den wenigsten Rosen wird Oel gepresst. Das echte orientalische Rosenöl (Attar, Uttur, fälschlich auch Otto genannt), wie es in Indien und Persien erzeugt wird, spielt unter den … Deutsches Sprichwörter-Lexikon